Hallo zusammen,
ich habe leider ein wenig Schwierigkeiten mit dem Imperfekt in der niederländischen Sprache. Ist das immer eine Vergangenheitsform?
Also ich weiß folgendes: Endet ein Verbstamm auf die Konsonanten -p, -k, -t, -s, -ch oder -f, so bildet man das Imperfekt dieses Verbs mit -te/-ten.
Bei Verben, deren Stämme auf irgendeinen anderen Buchstaben enden, bildet man das Imperfekt mit -de/-den.
- Jullie komen altijd te laat -> Jullie komden altijd te laat
- Ik zie haar niet -> Ik ziede haar niet
- De kinderen wachten elke morgen op de bus -> De kinderen wachteten elke morgen op de bus.
- We rijden vaak naar Groningen -> We rijdeden vaak naar Groningen
- Ik heb een cursus Nederlands -> Ik had een cursus Nederlands
- Kun je echt niet komen? -> Kunde je echt niet komen?
- Hij wil graag gaan dansen maar hij mag niet -> Hij wilde graag gaan dansen...
- Moet je verhuizen? - Moete je verhuizen?
Hoffe mir kann einer weiterhelfen :/